Jaren 45/49

ijsselmeervogels kampioen 1945 - 1946
IJsselmeervogels kampioen 1945 – 1946

Door het behaalde kampioenschap in het seizoen 1945 – 1946 had IJsselmeervogels de UPVB verlaten en was KNVB-er geworden. In tegenstelling tot voorgaande jaren ontmoetten men nu tegenstanders, die men absoluut niet kende. Voorheen was het veelal zo, dat Huizen, Zuidvogels en Windvogels de grote concurrenten waren. Ditmaal werd de blik verruimd en kwam onder andere een aantal Amsterdamse ploegen in het vizier. Namen al S.O.S.’33, V.V.G.A., S.I.Z.O., De Geuzen, P.V.W.A. en Krommenhout waren vrijwel onbekend en met meer dan gewone spanning werden de ontmoetingen tegen die clubs tegemoet gezien. Zou IJsselmeervogels zich handhaven en zo ja, zou men zich ook nu weer in de strijd om de bovenste plaats(en) kunnen mengen? Allemaal vragen, die voor een deel al spoedig beantwoord werden. Men zou zich beslist handhaven, dat werd na enkele wedstrijden wel duidelijk. In oktober 1946 ontmoette men de eerste tegenstander: VVGA uit Amsterdam. Daarin speelde onder meer Diepenbeek, een oud-international. Maar hoewel Diepenbeek zijn verdediging uiterst goed georganiseerd had en men verschillende malen met succes de buitenselval opzette, was het IJsselmeervogels, dat via twee doelpunten van Kees Ruizendaal en een eigen doelpunt met 3-0 won. Een week later werd Kromhout met 3-1 verslagen en na zes wedstrijden werd de eerste plaats op de ranglijst ingenomen met 4 overwinningen en twee gelijke spelen. Uit sportleven, het orgaan van de voetbalbond, waaraan dit ontleend wordt, blijkt wel, dat de omstandigheden rondom het voetbal direct na de oorlog anders waren dan tegenwoordig het geval is. Om een voorbeeld te noemen: In ‘Sportleven’ van 12 november 1946 staat: “Na een vermoeiende autorit van 2 uur kon IJsselmeervogels het zaterdag tegen SIZO niet verder brengen dan een gelijkspel (3-3). Het werd een enerverende wedstrijd, waarin beide ploegen beurtelings op voorsprong kwamen. Toen na rust iedereen rekende op een zege voor De Vogels, werd eerst een strafschop gemist, terwijl kort voor tijd de doelman totaal misgreep bij een ongevaarlijke aanval. Zo kwm SIZO op de valreep nog gelijk.” Na tien wedstrijden stond IJsselmeervogels nog steeds aan kop met 16 punten. Tweede was VVGA met 15 punten uit 9 wedstrijden. Na een lange winterstop was eind maart de stand boven aan de ranglijst als volgt:

IJsselmeervogels 11 7 4 0 18
VVGA 12 8 2 2 18

Twee weken later vond de beslissende ontmoeting plaats tussen IJsselmeervogels en VVGA. Het liep uit op een 2-0 overwinning, zodat serieus op een kampioenschap gerekend mocht worden, temeer omdat nr. 3 op de ranglijst, IJmuiden, vijf punten minder had. Vermeldenswaard rond de wedstrijd tegen VVGA was, dat niet minder dan 400 supporters meegetrokken waren naar Amsterdam. Voor die tijd een record-aantal. Inmiddels bleken de prestaties van de roodwitten niet onopgemerkt te zijn gebleven. Voor een districtselftal werden niet minder dan zes spelers uitgekozen. In Nijverdal werd een proefwedstrijd gepeeld, die erin resulteerde, dat Peter Koelewijn in het voorlopige bondselftal gekozen werd.
Terug naar de competitie: Begin mei, met nog drie wedstrijden te spelen, had IJsselmeervogels nog één punt nodig om kampioen te worden. In IJmuiden werd tegen de club met die naam met 2-2 gelijkgespeeld en toen kon de feestelijke intocht beginnen. ‘Sportleven’ wijdde er waarderende woorden aan. “Een schitterende prestatie, waarmee we de Spakenburgse club van harte complimenteren. Hoewel er ook in de Spakenburgse ploeg uitblinkers zijn aan te wijzen, kan toch met overtuiging worden geconstateerd, dat de gehele ploeg, inclusief haar kranige bestuur, tot het bereiken van dit wel zo fraaie resultaat, zonder onderscheid, voor 100 procent heeft meegewerkt. Een club, waarin de onderlinge band zo goed is en die tot een dergelijke prestatie in staat is, zal zeker ook in de toekomst nog van zich doen spreken. We hebben dan ook de overtuiging, dat wanneer tot het spelen van een zogenaamde landskampioenscompetitie voor zaterdagmiddag-kampioenen wordt besloten, IJsselmeervogels hierin zeker een rol van betekenis zal spelen.”

ijsselmeervogels kampioen 1946 - 1947
IJsselmeervogels
kampioen 1946 – 1947

Uitspraken, die enkele jaren later werkelijkheid werden. De laatste wedstrijd tegen S.O.S.’33 werd overigens eind mei met 2-1 verloren. De eindstand:

IJsselmeervogels 18 12 5 1 29 59-25
IJmuiden 17 9 5 3 23 53-33

Voor de vierde klasse was men duidelijk te sterk, maar wegens het ontbreken van een derde klasse volgde er geen promotie.

bestuur

Een jaar later, in het seizoen 1947 – 1948, werd men opnieuw kampioen, zij het niet zo overtuigend als een jaar daarvoor. De top van de ranglijst zag er aan het einde als volgt uit:

IJsselmeervogels 14 9 3 2 21 34-11
S.N.L. 14 9 2 3 20 45-23

Na het seizoen 1948 – 1949 zou er in West 1, in navolging van West 2, ook een derde klasse komen en de bovenste vier clubs uit de vierde klassen zouden automatisch naar die nieuwe klasse promoveren. Weer vodeden de rood-witten aan de verwachtingen van de supporters, na 18 competitiewedstrijden eindigde men gelijk met Huizen, beide met 30 punten. Een beslissingswedstrijd werd noodzakelijk om de kampioen aan te kunnen wijzen. Het werd Huizen, dat met 4-3 aan het langste eind trok. Het doel was echter bereikt: met Huizen, Zuidvogels en S.S.V.U. promoveerde men naar de derde klasse. Het betekende meteen het afscheid van de meeste Amsterdamse ploegen, waartegen in de voorgaande jaren zo vaak met succes gespeeld was.

Vermeldenswaard is tenslotte nog, dat de K.N.V.B. overigens geen bijzondere hoge dunk van de zaterdagvoetballers had. In ‘Sportleven’ waaraan de meeste gegevens uit die periode ontleend zijn, werd het nieuws over de zaterdagvoetballers steevast vermeld onder de kop: “De zaterdagtrappers in K.N.V.B. verband.”