1960 – 1961
Met Huizen, Spakenburg, VVOG, CJVV, Zuidvogels, IJmuiden, KMVZ en Wartburgia was IJsselmeervogels in de tweede klasse terecht gekomen. Daar werd veelbelovend gestart, wedstrijden tegen CJVV en Zuidvogels leverden een 1-0 en een 3-0 overwinning op en toen bovendien Wartburgia met 10-4 geklopt was, werd met VVOG de eerste plaats gedeeld. De aspiraties van de Vogels kregen echter een deuk, toen in Huizen tegen de club van die naam gespeeld moest worden. IJsselmeervogels begon sterk. Een snel opgelopen 1-0 achterstand werd binnen een kwartier omgezet in een 1-2 voorsprong. Geleidelijk aan echter kwam Huizen steeds beter in het spel en qua snelheid moesten de roodwitten het veelal afleggen tegen de rappe ploeg uit Huizen, die nog voor rust voor een 4-2 stand zorgden. Na rust deden de Vogels verwoede pogingen om alsnog wat aan die achterstand te doen, maar een kwartier voor tijd maakte Arie Bout aan alle onzekerheid een einde. In de return heeft IJsselmeervogels er alles aan gedaan om Huizen te kloppen en bijna gelukte dat ook. Met de rust leidden de Vogels met 2-0. Twintig minuten na rust was de stand 3-1. Een ontketend Huizen echter begon aan een zwaar slot offensief en slaagde erin nog voor het einde gelijk te komen (3-3).
Uiteindelijk werd Huizen de kampioen.
De eindstand:
Huizen | 18 | 14 | 3 | 1 | 31 | 64-23 |
IJsselmeervogels | 18 | 14 | 1 | 3 | 29 | 67-27 |
1961 – 1962
Bij het begin van de competitie was er een zeldzaam Jubileum. Aanvoerder Jaap Koelewijn had vanaf zijn zestiende twintig jaar onafgebroken in het eerste gespeeld. Jarenlang speelde hij op de backplaats. In 1953 verruilde hij dat stekje voor dat van middenvoor en juist op die plaats vierde hij vele triomfen. Jarenlang was hij topscorer en zijn harde schot was gevreesd bij menig doelman. De competitiestart was ditmaal niet zo sterk. Tegen Spakenburg en Huizen werden nederlagen geleden, maar daarna liep alles naar wens. Toen in februari de tweede plaatselijke ontmoeting in een gelijkspel (1-1) eindigde, hadden Spakenburg, Huizen en IJsselmeervogels resp. 4, 5 en 6 verliespunten, waarmee dit drietal kanshebber was voor de bovenste plaats.
In maart nog een pikant voorval. Er zou gespeeld worden tegen IJmuiden en beide ploegen hadden al hun opwachting op het veld gemaakt, toen men tot de ontdekking kwam, dat er geen scheidsrechter was. IJmuiden moest onverrichterzake terugkeren en iedereen vroeg zich af, wat de oorzaak was van de absentie van de scheidsrechter. Het raadsel werd spoedig opgelost. De Amersfoortse arbiter Resoort had enkele dagen eerder aan voorzitter v/d Groep gevraagd of de wedstrijd door zou gaan en hoe het veld erbij lag. V/D Groep meende, dat het om een jeugdwedstrijd ging en antwoordde, dat er weinig kans was dat gespeeld zou worden. Toen Resoort zaterdagmorgen nogmaals belde, zei de voorzitter, dat er niet gespeeld zou worden. IJmuiden maakte derhalve een vergeefse reis. In de slotfase van de competitie, de kans op een bovenste plaats was nog volop aanwezig, verloor IJsselmeervogels met 4-1 van Huizen. Uiteindelijk werd Spakenburg kampioen.
De eindstand:
Spakenburg | 18 | 14 | 3 | 1 | 31 | 59-12 |
IJsselmeervogels | 18 | 13 | 2 | 3 | 28 | 59-22 |
IJsselmeervogels 1962
winnaar KNVB-beker in KatwijkEen eervolle tweede plaats derhalve. Wat overbleef was de bekercompetitie en daarin haalden de Vogels hun gram. In een wedstrijd tegen CJVV, die na 90 minuten voetbal in een 3-3 stand eindigde, moest er 2 x 7 1/2 minuut verlengd worden. Net voor het verstrijken van de tweede verlenging slaagde Arie de Graaf erin het winnende doelpunt te scoren. Men behoorde daardoor tot de laatste 16 clubs. Een week later, na een 9-3 overwinning op Die Haghe, werd de kwartfinale bereikt. Debutant in die wedstrijd was de jeugdige Jan Vedder, die als linksbuiten opgesteld werd. Uit een verslag blijkt, dat “Vedder goed voldeed en beloften inhield voor de toekomst”. Hij maakte zelfs een doelpunt. Topscorer was Arie de Graaf, die er vijf voor zijn rekening nam. De kwartfinale tegen SSS leverde een 6-2 overwinning op. De halve finale werd in Kampen gespeeld tegen Heerenveense Boys. Hoewel de Boys in het begin met 1-0 voor kwamen te staan, waren het de rood-witten, die met 4-1 aan het langste eind trokken. In Katwijk, op het Quick boys-terrein, vond de finale plaats. Tegenstander was het ook nu nog bekende Heerjansdam. Voor rust ontwikkelde zich een vrijwel gelijkopgaande strijd, waarin IJsselmeervogels met een 2-1 voorsprong de rust inging. Na rust een ontketend IJsselmeervogels, dat door drie goals van Arie de Graaf op 5-1 kwam. Gerrit Heijnen bracht de stand zelfs op 6-1, voordat Van Workum van Heerjansdam de eindstand op 6-2 bepaalde.
In augustus vond er nog een interessante ontmoeting plaats tegen een team uit Solingen. De Duitsers waren te sterk en wonnen met 7-1. Jan Vedder redde de eer.